Jochanan, een Joods jongetje, woont in Jeruzalem. Hij heeft toch zo iets bijzonders gehoord. Zou het écht waar zijn? Ja, het kón toch niet anders dan écht waar zijn? O, hij weet alle verhalen precies na te vertellen, en bovendien had hij zelf ook dingen gezien…
Maar, wat ze nú vertellen?! Hij gelooft maar wát graag dat het allemaal écht waar is wat ze nu zeggen! Stel je voor zeg, dát zou fijn zijn! Maar hij weet dat er ook mensen zijn die helemaal niet blij zullen zijn. Wat is er dan allemaal gebeurd?
Met een schok was Jochanan wakker geworden. Hè, wat hoorde hij toch buiten? Wat was dat voor een lawaai? Het leek wel gekletter van zwaarden! Die Romeinen waren wel druk in de weer, de laatste tijd. Wat zou dat rustig worden als die eindelijk eens weg zouden zijn! Maar ja, dat gebeurde niet. Al hoewel, vorige week leek het er even op, toen de Rabbi rijdend op een ezel Jeruzalem binnen reed. Oh, wat had Jochanan hard staan juichen…HOSANNA, LEVE DE ZOON VAN DAVID. Ja, ook had hij een palmtak geplukt, en er hard mee staan zwaaien. Wat was dát een feest! Als hij daar nog aan terug denkt! Maar ja…, de priesters waren toch bóós geworden! Sindsdien was het onrustig in de stad gebleven. En dan nu dit weer… Midden in de nacht wapengekletter. Hij springt op van zijn matras, en gluurt door het venster. Zie je wel…, daar loopt een groep mannen met zwaarden, stokken en fakkels… Tjonge zeg, wat gaan díe nou doen, midden in de nacht? Terwijl de stoet in het donker voorbij trekt, blijft Jochanan kijken. Hé, er lopen ook knechten van de overpriesters bij en Malchus, de knecht van de hogepriester ook al! Helemaal vooraan loopt iemand die hij niet kent. Die heeft geen stok of zwaard, en kijk, hij wijst ergens heen. Oef, wat spannend. Jochanan’s hart klopt in zijn keel. Zou er een rover zijn? Vast en zeker, want anders zouden ze geen stokken en zwaarden bij zich hebben! Het werd weer stil.
Jochanan probeerde weer te slapen. Maar dat lukte niet zo goed. Vreemd zeg, we hebben vanavond Pesach gevierd. Was dan niet iedereen blij, dat ze als volk uit Egypte waren verlost??! Hij snapt er niets van. Als echte Jood ben je blij en verheugd op het feest! En nu lopen er zomaar boze mannen rond. Brr. Hij rilt ervan. Weet je wat? Hij gaat aan fijne dingen denken. Fijne dingen…Rabbi Jeshua…. Ja.., Rabbi Jeshua, dát was zo’n bijzondere Man. En wat houdt hij veel van de Rabbi. Rabbi Jeshua doet zoveel goeds. Vele zieken maakte Hij beter, en het mooiste is, de Rabbi heeft hem ook genezen! Ja, hij had een verlamd been, en nu kan hij weer lopen, ja zelfs springen en dansen! Hij snapte niet waarom de priesters zo boos deden tegen de Rabbi…. Al denkend aan Rabbi Jeshua doezelde Jochanan weer in. Opeens…. Weer schrikt hij wakker. Wat is dat? Zou dat die groep mannen weer zijn? Misschien hebben ze de rover te pakken! Met een sprong staat Jochanan weer bij het venster. Inderdaad… ze komen weer terug.. en.. ooo, kijk ze hebben iemand bij zich! Zo zeg, wat doen ze boos tegen die persoon. Wie zou het zijn?? Jochanan kijkt eens goed…,misschien kent hij hem wel…De schrik slaat Jochanan om het hart. NEE!!! Dat kàn niet…, dat màg niet!!! Dat is.. dat is…Rabbi Jeshua! Ze hebben Rabbi Jeshua gevangen genomen! En ze brengen hem naar het huis van de Hogepriester. Mamma, pappa….! Jochanan schreeuwt het uit. Ze hebben Rabbi Jeshua gevangen genomen! Pappa, mamma kom gauw! Jochanan’s ouders komen geschrokken naar hem toe. “Wat is er, Jochanan, je bent helemaal van streek!” Huilend vertelt Jochanan wat hij heeft gezien. Ook pappa en mamma schrikken heel erg. Zou dat écht waar zijn? Vader slaat zijn mantel om, en zei: “Ik ga kijken. Gaan jullie nog wat proberen te slapen!” Natuurlijk wil Jochanan ook graag mee, maar dat vindt pappa niet goed. Nee jongen, probeer nog maar wat te slapen! Slapen??? Hoe kan hij nou slapen??? Morgen vroeg zal hij gaan kijken. Zodra het licht is! Natuurlijk kon hij niet meer in slaap komen. Pas toen het eindelijk licht geworden was kwam pappa weer terug. Verslagen ging hij zitten, schudde zijn hoofd en vertelde alles wat hij gezien had, en wat er gebeurd was…
In het huis van de Hogepriester hadden ze Rabbi Jeshua ondervraagd, ook sloegen ze Hem in Zijn gezicht! De priesters en de soldaten die Hem moesten bewaken zeiden de verschrikkelijkste dingen tegen Hem. En de Rabbi zei al die tijd niets! Hij liet het allemaal gebeuren! Ook had pappa gezien dat één van de leerlingen van de Rabbi had gezegd dat hij Rabbi Jeshua helemaal niet kende. En opeens, toen er een haan kraaide keek die man verschrikt midden in de liefdevolle ogen van Rabbi Jeshua. Huilend was hij weggelopen. Toen de hogepriester vroeg of Jeshua de Zoon van God is, zei de Rabbi: “Ja, dat Ben Ik”. Ze sleurden Rabbi Jeshua voor Pilatus, en beschuldigden Hem van allerlei dingen die helemaal niet waar waren. Pilatus, de gouverneur, vroeg of Jeshua de Koning van de Joden is. Rabbi Jeshua antwoordde:” U zegt het”. Toen Pilatus geen kwaad in Hem vond, liet hij de soldaten de Rabbi naar Herodes brengen. Die bespotte Hem, samen met de soldaten. Ze spuugden Hem in Zijn gezicht! Ze deden hem Zijn kleren uit, trokken Hem een rode mantel aan, vlochten van dorens een kroon en zetten die op het hoofd van de Rabbi! Daarna gaven ze Hem een stok in Zijn hand, nadat ze Hem ermee op Zijn Hoofd hadden geslagen! Zo stuurde Herodes Rabbi Jeshua weer terug naar Pilatus. Hoe dat af zal lopen?? Pappa kijkt heel verdrietig. “Zullen we nog even gaan kijken?” zegt Jochanan. Snel lopen pappa, mamma en Jochanan naar het huis van Pilatus. Wat een geschreeuw! Hoor toch eens wat ze roepen. Nee, dit was niet het Hosanna, maar iets heel anders! Al die mensen riepen, aangemoedigd door de overpriesters en de farizeeërs: “KRUISIG HEM, KRUISIG HEM!!!”
OOOOO, wat vreselijk! Ja, de mensen riepen nog meer: “Laat Barabbas vrij!” Een rover! OOooohhh, hoe kunnen ze dit doen? Jochanan en zijn ouders zijn erg verdrietig. Hoe kunnen de mensen zó doen met Rabbi Jeshua???! Pilatus geeft het bevel om Rabbi Jeshua te kruisigen. Eerst krijgt Hij met een zweep klappen op Zijn rug. Daarna moet Hij de zware dwarsbalk van het kruis dragen. Dwars door Jeruzalem moet Hij lopen, door de straten die omhoog gaan tot de heuvel buiten de poort. Op Golgotha wordt Hij aan het Kruis gehangen. En terwijl de soldaten Hem kruisigen, bidt Jeshua voor hen! Jochanan is zó verdrietig. Zijn Vriend Jeshua! Hij hangt daar aan het kruis, tussen twee misdadigers in! En nog steeds denkt Rabbi Jeshua aan anderen! Luister, Hij zegt tegen één van hen: “vandaag zul je met Mij in het Paradijs zijn.” En dan opeens wordt het zómaar midden op de dag donker! Jochanan wordt er bang van. En hoor, Rabbi Jeshua roept: “Vader! Vader! Waarom hebt U MIJ verlaten!!!” Wel drie uur lang duurt die duisternis. Opnieuw roept Jeshua iets: “HET IS VOLBRACHT”. Opeens gebeurt er van alles! De aarde beeft, rotsen scheuren, en zelfs het zware gordijn in de tempel scheurt van boven naar beneden door! Een soldaat die erbij staat en alles ziet gebeuren zegt: “Ja, dit is werkelijk de Zoon van God!” Huilend gaan Jochanan en zijn ouders naar huis. Een man, die Jozef van Arimathea heet, legt Rabbi Jeshua in een nieuw graf. Het moet allemaal snel gebeuren want het is al bijna Sabbat!
Dit alles heeft Jochanan mee gemaakt. En nu is het de derde dag na de kruisiging, en wat Jochanan nú gehoord heeft… Er zijn vrouwen komen vertellen dat Rabbi Jeshua niet meer in het graf ligt, en dat ze Hem gezien hebben! Dat zou dan betekenen dat Rabbi Jeshua LEEFT! En ja, dat is dan wél een groot feest! Rabbi Jeshua, Gods Zoon, de Messias, weer Levend?!!!! Na alles wat Jochanan heeft gehoord en gezien wil hij het zeker weten. Ja, het móet waar zijn. Vanavond nog is zijn neef Kleopas het zelf wezen vertellen. Toen hij naar Emmaüs ging met een vriend, kwam Jeshua opeens bij hen lopen. Ze hadden zo’n verdriet dat ze niet eens wisten dat het de Rabbi was. Pas toen Hij, nadat ze Hem uitgenodigd hadden om te blijven eten, het brood brak, zagen ze dat het Rabbi Jeshua was! Van blijdschap gingen ze direct weer terug naar Jeruzalem. En nog meer mensen hebben Hem gezien.
Nadat Jochanan dit alles nog eens goed overdacht heeft weet hij het zeker! Ja, Jochanan gelooft het met zijn hele hart.
RABBI JESHUA LEEFT !! HIJ OVERWON DE DOOD!
© <><Geschreven door Aletta Feenstra van den Bosch.